‘Honden zijn niet bezig met het plegen van een coup, zodra ze het huis betreden!’

Anneke heeft sinds kort een pup in huis. Ze woont samen met haar man en twee kinderen in een nieuwbouwwijk. Iedereen gaat verschillend met de hond om en Anneke vraagt zich af wie de regels bepaalt. En hoe je die regels hanteert. We geven je een aantal handvatten.

In de podcast ‘Wie laat de hond uit?’ bespreekt een panel de vraag van Anneke. Gedragsdeskundige Linda Zegers van Stichting Hulphond geeft aan dat er in elke situatie iemand eindverantwoordelijk is. Dat geldt voor elke relatie of werksituatie, dus ook voor je gezin met een hond in huis.

De term hondenbaas vindt het panel niet geschikt. “Je kunt beter zeggen dat je de manager bent van de hond: de gezinsmanager. Daarin klinkt niet de associatie door dat je als eindverantwoordelijke ook bazig moet zijn naar je hond. Je hoeft geen heer en meester over je hond te zijn.”, zegt Linda Zegers.

Maak samen afspraken

De gezinsmanager bepaalt in overleg met de andere gezinsleden de afspraken over de hond. Denk hierbij aan keuzes of de hond wel of niet op de bank mag. “Als je elke dag de bank moet stofzuigen, omdat de hond op de bank ligt, en jij wilt dat niet, dan is het wel handig dat de kinderen de hond ook niet stiekem op de bank laten liggen.”

Daarom zijn afspraken nodig waar iedereen zich aan houdt. Lysbeth van Silfhout: “Ik doe vaak huisbezoeken voor honden die uit het buitenland komen. Ik zeg dan tegen het gezin: ga aan tafel zitten met elkaar. Pak een briefje en schrijf voor jezelf op: wat mag de hond wel en wat mag de hond niet. Mag de hond op de bank, dan mag hij dat bij iedereen. Eet de hond altijd nadat we zelf gegeten hebben, dan is dat de gezamenlijke regel.”

Wees consequent

Honden willen niet per se de baas zijn. Als ze de baas willen zijn, lukt het hen. De zintuigen van een hond zijn beter dan die van mensen. Ze zijn sneller in hun reactievermogen en ze hebben grotere tanden.

Honden willen dus niet de baas zijn, maar wel weten wat de regels zijn. Die regels leer je hen aan door consequent te zijn. Als je kleine kinderen in huis hebt, moet je dat zowel aan je kinderen, als aan je hond uitleggen.

“Je kunt een jong kind leren om op een duidelijke manier ‘nee’ te zeggen tegen de hond. Bijvoorbeeld: het kind blijft stilstaan, slaat de armen over elkaar en zegt ‘nee’. Dat leg je vervolgens ook de hond uit. Je kunt bij je kind gaan staan en dit met je lichaamstaal extra verduidelijken. Er zijn verschillende manieren om dat te doen. Kies iets waar jij je prettig bij voelt.”

Niet bijten in lichaamsdelen

“Nog belangrijker dan consequent zijn, is dat je je pup vanaf het begin leert om niet in lichaamsdelen te bijten. Als je hond dat wel doet, ga dan niet versnellen, wat mensen vaak doen. Probeer juist te vertragen.

Als je hond naar je hand hapt, ga dan niet versneld je hand terugtrekken. Hou je hand juist stil, anders gaat de pup reageren op die beweging. De pup denkt dan dat het een spel is. Het is niet zo dat de pup dan de baas wil zijn. Wat er ook gebeurt, laat het niet toe dat de pup in lichaamsdelen bijt.”

Neem ook altijd een speeltje mee, zodat de pup iets anders heeft om op te bijten. Zorg dat je hond de ruimte krijgt zichzelf te zijn. Is je hond wat zenuwachtig als hij op een nieuwe plek is, geef je hond de ruimte om de boel te verkennen. Probeer niet je hond te veranderen in jouw ideale plaatje.

Rituelen

Marieke van Werven: “In een gezin met kinderen is het goed om de kinderen te leren dat de hond ook rust nodig heeft. Als de hond slaapt, dan blijf je van de hond af. Het gevaar is anders dat de hond zelf zijn rust niet meer kan pakken.”

Je kunt ook een ritueel invoeren bij het naar bed gaan. Jij kunt de kinderen voorlezen. De kinderen kunnen ook de hond een verhaaltje voorlezen. Verzin iets, om de overgang te markeren dat de hond ook rust nodig heeft. Hou daarbij wel rekening met de sociale tolerantie van je hond.

Wil je nog meer tips over de regels in huis? Luister aflevering 4 van ‘Wie laat de hond uit?’